ECLI:NL:HR:2012:BU7355

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/04687
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Alimentatie en niet-wijzigingsbeding in echtscheidingsconvenant

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 januari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende alimentatie en een niet-wijzigingsbeding in een echtscheidingsconvenant. De man, verzoeker tot cassatie, had beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te Amsterdam, die op 27 juli 2010 was gegeven. De vrouw, verweerder in cassatie, is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Amsterdam van 3 december 2008 en 22 juli 2009, die relevant zijn voor het verloop van het geding. De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer was om het beroep te verwerpen. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in de middelen zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft volgens artikel 81 RO geen nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de man, waarmee de beschikking van het hof in stand blijft. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.

Uitspraak

27 januari 2012
Eerste Kamer
10/04687
EE/AK
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikkingen in de zaak 398522/FA RK 08-3862 van de rechtbank Amsterdam van 3 december 2008 en 22 juli 2009;
b. de beschikking in de zaak 200.046.270/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 27 juli 2010.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.A. Loth en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 27 januari 2012.