ECLI:NL:HR:2012:BU7250

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/04206
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanspraak werknemer op bonusregeling; uitleg partij-afspraken en aanvulling feitelijke grondslag

In deze zaak gaat het om de aanspraak van een werknemer op een bonusregeling, waarbij de uitleg van partij-afspraken centraal staat. De werknemer, aangeduid als [eiser], heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. Dit arrest volgde op een vonnis van de kantonrechter, waarin de werknemer zijn aanspraak op de bonusregeling betwistte. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere uitspraken en de argumenten die door de partijen zijn ingebracht. De advocaat van de eiser, mr. H.J.W. Alt, heeft de zaak toegelicht, terwijl de advocaat van de verweerder, T-Mobile Netherlands B.V., mr. E.M. Tjon-En-Fa, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink was eveneens gericht op verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de eiser verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 6.078,34, bestaande uit verschotten en salaris voor de advocaat.

Dit arrest is uitgesproken op 30 maart 2012 door de vice-president E.J. Numann als voorzitter, samen met de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, M.A. Loth en G. Snijders. De uitspraak werd openbaar gedaan door raadsheer J.C. van Oven.

Uitspraak

30 maart 2012
Eerste Kamer
10/04206
EV/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt,
t e g e n
T-MOBILE NETHERLANDS B.V., als rechtsopvolgster van Orange Nederland N.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. E.M. Tjon-En-Fa.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en T-Mobile.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 749032\RL EXPL 08-9341 van de kantonrechter te 's-Gravenhage van 13 augustus 2008;
b. het arrest in de zaak 200.018.676 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 11 mei 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
T-Mobile heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van T-Mobile begroot op € 3.878,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, M.A. Loth en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 30 maart 2012.