ECLI:NL:HR:2012:BU6787
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Herziening van de gevangenisstraf in cassatie met betrekking tot eerdere veroordelingen en wettelijke voorschriften
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 februari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte, geboren in 1973, had beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling waarbij een gevangenisstraf was opgelegd. De advocaat van de verdachte, mr. R.J. Baumgardt, had middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Machielse concludeerde tot vermindering van de opgelegde straf en verwerping van het beroep voor het overige.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het Hof verzuimd heeft om rekening te houden met eerdere veroordelingen van de verdachte, zoals vereist door artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht. Dit verzuim werd hersteld door de Hoge Raad, die de wettelijke voorschriften artikel 63 en 420bis Sr expliciet vermeldde in de uitspraak. De Hoge Raad heeft de duur van de gevangenisstraf verminderd tot 32 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Daarnaast werd vastgesteld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), was overschreden, omdat de stukken te laat door het Hof waren ingezonden. Dit leidde tot een verdere vermindering van de opgelegde gevangenisstraf. De Hoge Raad heeft uiteindelijk de bestreden uitspraak vernietigd, maar alleen wat betreft de duur van de gevangenisstraf, en het beroep voor het overige verworpen.