ECLI:NL:HR:2012:BU6103
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Wederrechtelijke toe-eigening van geldbedragen door middel van rituele bewerking en wisseltruc
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 januari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1982 en woonachtig te Leeuwarden, was beschuldigd van diefstal in de zin van artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht. De feiten betroffen een serie van oplichtingen waarbij de verdachte zich voordeed als helderziende en zijn slachtoffers overhaalde om grote geldbedragen aan hem te geven onder het voorwendsel dat deze ritueel gewassen moesten worden. De aangevers, die emotioneel kwetsbaar waren, gaven de verdachte geld in de veronderstelling dat zij het terug zouden krijgen. Echter, na het ritueel bleken de potten of enveloppen waarin het geld was geplaatst leeg te zijn. Het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte de geldbedragen wederrechtelijk heeft toegeëigend door middel van een wisseltruc. De Hoge Raad heeft de bewezenverklaring van de diefstal bevestigd, maar heeft de opgelegde gevangenisstraf verminderd vanwege overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid bij het omgaan met emotioneel kwetsbare personen en de gevolgen van misbruik van vertrouwen.