ECLI:NL:HR:2012:BU6082
Hoge Raad
- Cassatie
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Gravenhage in strafzaak
Op 17 januari 2012 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, gedateerd 4 februari 2011. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1975, die ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting 'Noord-Holland Noord, locatie Zuyder Bos' te Heerhugowaard. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. P.M. Rombouts uit Amsterdam. In de schriftelijke indiening zijn middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht.
De Advocaat-Generaal Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De raadsman van de verdachte heeft schriftelijk gereageerd op deze conclusie. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO), dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat het eerdere arrest van het Gerechtshof in stand blijft. De uitspraak is gedaan door de raadsheer J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.