ECLI:NL:HR:2012:BU4969

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/03880
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen aandeelhouders en uitstotingsprocedure met betrekking tot overdracht van aandelen

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, betreft het een geschil tussen aandeelhouders van B.E.K. Holding B.V. over een uitstotingsprocedure. De eiseres tot cassatie, B.E.K. Holding B.V., heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van de ondernemingskamer te Amsterdam. Dit arrest, dat aan de Hoge Raad is gehecht, is gewezen op 30 maart 2010 en betreft de vordering tot overdracht van aandelen op de voet van artikel 2:336 van het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank 's-Gravenhage van 28 mei 2008 en 13 augustus 2008, die ook relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. De advocaat van B.E.K. Holding, mr. R.Th.R.F. Carli, heeft de zaak toegelicht, terwijl de verweersters in cassatie niet zijn verschenen. De conclusie van de Advocaat-Generaal, L. Timmerman, strekt tot verwerping van het cassatieberoep, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en B.E.K. Holding veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweersters zijn begroot op nihil. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak geen nadere motivering gegeven voor de verwerping van de klachten, aangezien deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

13 januari 2012
Eerste Kamer
10/03880
EE/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
B.E.K. HOLDING B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. R.Th.R.F. Carli,
t e g e n
1. [Verweerster 1],
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [Verweerster 2],
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTERS in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als B.E.K. Holding en [verweerster] c.s.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 261363/HA ZA 06-850 van de rechtbank 's-Gravenhage van 28 mei 2008 en 13 augustus 2008;
b. het arrest in de zaak 200.019.506 van de ondernemingskamer te Amsterdam van 30 maart 2010.
Het arrest van de ondernemingskamer is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van de ondernemingskamer heeft B.E.K. Holding beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen [verweerster] c.s. is verstek verleend.
De zaak is voor B.E.K. Holding toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieberoep met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt B.E.K. Holding in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] c.s. begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 13 januari 2012.