ECLI:NL:HR:2012:BU4209
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Overschrijding van de redelijke termijn in cassatieprocedure
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 januari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 16 december 2009. Het beroep in cassatie was ingesteld door de betrokkene, vertegenwoordigd door mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse. De zaak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, waarbij de betrokkene, geboren in 1959, betrokken was. De Advocaat-Generaal Hofstee had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest wat betreft de hoogte van het opgelegde bedrag ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel, en tot vermindering daarvan. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de hoogte van het opgelegde bedrag, en heeft dit bedrag vastgesteld op € 3.295.000,-. Het beroep is voor het overige verworpen.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de middelen van de betrokkene niet tot cassatie konden leiden, met uitzondering van het vierde middel. Dit middel betrof de overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De Hoge Raad oordeelde dat de redelijke termijn was overschreden, omdat de stukken te laat door het Hof waren ingezonden en er meer dan twee jaren waren verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Dit leidde tot een vermindering van de aan de betrokkene opgelegde betalingsverplichting van € 3.300.000,-.
De Hoge Raad heeft uiteindelijk beslist dat, nu er geen grond aanwezig was voor ambtshalve vernietiging van de bestreden uitspraak, de beslissing als volgt moest worden geformuleerd. Het arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz.