ECLI:NL:HR:2012:BU4002
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Verbetering van het dictum in cassatie en verwerping van het beroep
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 januari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 25 oktober 2010 was gewezen. De verdachte, geboren in 1981 en ten tijde van de betekening gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Noord-Holland Noord', had beroep in cassatie ingesteld tegen het vonnis van de Rechtbank. De advocaat van de verdachte, mr. B.P. de Boer, heeft een middel van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak voor zover het Hof het vonnis van de Rechtbank heeft bevestigd met betrekking tot de beslissingen op de vordering van de benadeelde partij, en heeft verzocht om verwerping van het beroep voor het overige.
De Hoge Raad heeft het dictum van het arrest van het Hof verbeterd, omdat het Hof kennelijk had beoogd het vonnis van de Rechtbank te bevestigen, behoudens de beslissingen inzake de vordering van de benadeelde partij. Dit was echter bij vergissing niet in het dictum van het bestreden arrest vermeld. Door deze verbetering kwam de feitelijke grondslag aan het middel te ontvallen, waardoor het middel niet tot cassatie kon leiden. De Hoge Raad heeft het beroep dan ook verworpen.
Deze uitspraak is gedaan door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.