ECLI:NL:HR:2012:BU1987
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- C.A. Streefkerk
- G. Snijders
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Verenigingsrecht en gebondenheid van verenigingsleden aan door de vereniging gesloten overeenkomsten
In deze zaak gaat het om de vraag of de leden van een vereniging gebonden zijn aan een overeenkomst die de vereniging met een derde partij heeft gesloten. De Hoge Raad behandelt een cassatieberoep van [eiser] c.s. tegen een vonnis van de kantonrechter te Almelo. De kantonrechter had geoordeeld dat de vereniging, op basis van haar statuten, bevoegd was om haar leden te binden aan de overeenkomst die zij met Hessenheem had gesloten. Dit oordeel werd door [eiser] c.s. bestreden, met de stelling dat de statutaire bepaling enkel betrekking had op de vertegenwoordiging van de vereniging door haar bestuur en niet op de binding van leden aan overeenkomsten.
De Hoge Raad oordeelt dat het oordeel van de kantonrechter onbegrijpelijk is. De Hoge Raad stelt vast dat de statutaire bepaling, zoals opgenomen in artikel 14 lid 5 van de statuten van de vereniging, geen betrekking heeft op de binding van leden aan overeenkomsten die de vereniging aangaat. De Hoge Raad vernietigt het vonnis van de kantonrechter en verwijst de zaak naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling en beslissing. Tevens wordt Hessenheem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [eiser] c.s. zijn begroot op € 483,11 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.
Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke statutaire bepalingen en de noodzaak voor verenigingen om hun leden goed te informeren over de gevolgen van hun lidmaatschap, vooral wanneer het gaat om financiële verplichtingen die voortvloeien uit overeenkomsten met derden.