ECLI:NL:HR:2012:BU1914

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/02838
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen dwangbevel en last onder dwangsom in civiele procedure

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een cassatieberoep van Bomencentrum Nederland B.V. tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. Het hof had eerder een vonnis van de rechtbank Utrecht bevestigd, waarin een last onder dwangsom was opgelegd aan Bomencentrum. De zaak betreft een verzet tegen een dwangbevel dat door de Gemeente Baarn was uitgevaardigd. De Hoge Raad heeft op 13 januari 2012 uitspraak gedaan in deze zaak, onder zaaknummer 10/02838.

De Hoge Raad verwijst naar de eerdere uitspraken in de feitelijke instanties, waaronder het vonnis van de rechtbank van 13 december 2006 en het arrest van het hof van 30 maart 2010. In de cassatieprocedure heeft de advocaat van Bomencentrum, mr. J.P. van den Berg, de klachten uiteengezet, terwijl de Gemeente Baarn, vertegenwoordigd door mr. K.G.W. van Oven, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Advocaat-Generaal J. Wuisman heeft eveneens geadviseerd om het cassatieberoep te verwerpen.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten van Bomencentrum niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en Bomencentrum veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 385,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

13 januari 2012
Eerste Kamer
10/02838
TT/RA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
BOMENCENTRUM NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Baarn,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. J.P. van den Berg,
t e g e n
GEMEENTE BAARN,
zetelende te Baarn,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. K.G.W. van Oven.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Bomencentrum en de Gemeente.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 214065 / HA ZA 06-1450 van de rechtbank Utrecht van 13 december 2006;
b. het arrest in de zaak 104.003.890 van het gerechtshof te Amsterdam, nevenzittingsplaats Arnhem, van 30 maart 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Bomencentrum beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Bomencentrum heeft bij brief van 4 november 2011 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Bomencentrum in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 385,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren F.B. Bakels en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 13 januari 2012.