ECLI:NL:HR:2012:BT8947
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van klaagschrift na inbeslagname in strafrechtelijke procedure
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een klaagschrift dat is ingediend na de inbeslagname van een motor in het kader van een strafrechtelijk onderzoek. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof de klager ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn klaagschrift. De motor was inbeslaggenomen in een zaak waarin meerdere verdachten waren aangemerkt. Volgens artikel 552a, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering moet een klaagschrift zo spoedig mogelijk na de inbeslagname worden ingediend, zolang er nog geen drie maanden zijn verstreken sinds de vervolgde zaak tot een einde is gekomen. Het Hof had niet vastgesteld of de vervolgingen van alle verdachten waren beëindigd, waardoor de beslissing om de klager niet-ontvankelijk te verklaren niet kon worden gedragen door de feiten.