ECLI:NL:HR:2012:BT8757

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/04227 B
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van beklag in cassatie betreffende teruggave inbeslaggenomen bestelauto

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 maart 2012 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank te Dordrecht van 2 september 2009. Het betreft een klaagschrift ingediend door een klager, die verzocht om teruggave van een inbeslaggenomen bestelauto. De Rechtbank had het klaagschrift van de klager ongegrond verklaard, terwijl het klaagschrift van Avéro Achmea/Achmea Schadeverzekeringen N.V. gegrond was verklaard, wat leidde tot teruggave van de bestelauto aan deze verzekeraar. De Hoge Raad oordeelde dat de klager bij gebrek aan belang niet-ontvankelijk moest worden verklaard, aangezien het beslag op de bestelauto reeds was opgeheven door de eerdere beslissing van de Rechtbank. De Hoge Raad benadrukte het belang van een evenwichtige en doelmatige afdoening van zaken waarin meerdere partijen klaagschriften indienen over hetzelfde inbeslaggenomen voorwerp. Het is wenselijk dat dergelijke klaagschriften, indien mogelijk, gezamenlijk worden behandeld om te voorkomen dat verschillende uitspraken over hetzelfde voorwerp worden gedaan.

De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de procedure rondom beklag en de ontvankelijkheid daarvan verduidelijkt. De Hoge Raad roept rechters op om, waar mogelijk, te bevorderen dat klaagschriften van verschillende partijen in één procedure worden behandeld. Dit draagt bij aan de rechtszekerheid en efficiëntie in de rechtspraak.

Uitspraak

27 maart 2012
Strafkamer
nr. S 09/04227 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Dordrecht van 2 september 2009, nummer RK 09/137, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[Klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft mr. C. Wendenburg, advocaat te Maastricht, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd dat de klager niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het beroep.
1.2. De raadsvrouwe heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beklag
2.1. De Rechtbank heeft bij beschikking van 2 september 2009 het klaagschrift strekkende tot teruggave aan de klager van de inbeslaggenomen bestelauto met kenteken [AA-00-BB] ongegrond verklaard.
2.2. Uit door de Advocaat-Generaal ingewonnen inlichtingen blijkt dat de Rechtbank bij beschikking van eveneens 2 september 2009 het door Avéro Achmea/Achmea Schadeverzekeringen N.V. ingediende klaagschrift strekkende tot teruggave van voormelde bestelauto gegrond heeft verklaard en teruggave aan Avéro Achmea/Achmea Schadeverzekeringen N.V. heeft gelast, alsmede dat deze beschikking onherroepelijk is geworden.
2.3. Dat brengt mee dat de klager bij gebrek aan belang in het cassatieberoep niet kan worden ontvangen, nu het daartoe bevoegde Gerechtshof na verwijzing van de zaak door de Hoge Raad de klager slechts niet-ontvankelijk kan verklaren in zijn beklag aangezien het beslag, gelet op het hiervoor onder 2.2 weergegevene, reeds is beëindigd.
2.4. Opmerking verdient nog het volgende. Het gaat in het onderhavige geval om een zaak waarin door verschillende partijen afzonderlijk klaagschriften zijn ingediend die betrekking hebben op hetzelfde inbeslaggenomen voorwerp. Voor een evenwichtige en doelmatige afdoening van zulke zaken verdient het aanbeveling dat de rechter - wanneer dat redelijkerwijs mogelijk is - bevordert dat dergelijke klaagschriften gevoegd worden behandeld en vervolgens in één beschikking worden beoordeeld, zodat een daartegen gericht beroep ook de beslissing kan betreffen ten aanzien van de andere klager.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de klager niet-ontvankelijk in het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 maart 2012.