ECLI:NL:HR:2012:BT7448
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslag vennootschapsbelasting en de werking van een vaststellingsovereenkomst
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een navorderingsaanslag in de vennootschapsbelasting die aan belanghebbende, X B.V., is opgelegd over het jaar 1992. Na bezwaar tegen deze aanslag heeft de Inspecteur de aanslag verminderd, maar belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, waarna belanghebbende hoger beroep heeft ingesteld bij het Hof. Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank vernietigd en de navorderingsaanslag alsmede de uitspraak van de Inspecteur vernietigd. De Staatssecretaris heeft vervolgens cassatie ingesteld.
De Hoge Raad oordeelt dat de vraag of belanghebbende heeft gehandeld in strijd met de vaststellingsovereenkomst en de daarbij in acht te nemen redelijkheid en billijkheid, ontkennend is beantwoord door het Hof. Het Hof heeft geoordeeld dat belanghebbende de vaststellingsovereenkomst naar haar bewoordingen is nagekomen en dat er geen redenen zijn om van de uitdrukkelijke bewoordingen van de overeenkomst af te wijken. De Hoge Raad bevestigt dit oordeel en stelt vast dat belanghebbende, door in een gerechtelijke procedure in Duitsland de aanwezigheid van een vaste inrichting te bestrijden, niet heeft gehandeld in strijd met de goede trouw bij de uitvoering van de vaststellingsovereenkomst.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en veroordeelt de Staatssecretaris in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 1638,75 voor beroepsmatig verleende bijstand. Dit arrest is gewezen op 5 oktober 2012 en is openbaar uitgesproken.