ECLI:NL:HR:2012:BT6963
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- W.M.E. Thomassen
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Schending van het recht op verdediging door niet-nakoming van oproepingsvoorschrift in hoger beroep
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 januari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De zaak betreft een verdachte die in hoger beroep niet is verschenen, omdat zijn raadsman geen afschrift van de oproeping voor de terechtzitting had ontvangen. De verdachte, geboren in 1954, had geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland ten tijde van de betekening van de aanzegging. De advocaat van de verdachte, mr. T.E. Korff, heeft een middel van cassatie voorgesteld, waarin werd geklaagd over de schending van artikel 51 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Dit artikel vereist dat een afschrift van de oproeping voor de terechtzitting aan de raadsman van de verdachte wordt gezonden. De Hoge Raad oordeelde dat er een ernstig vermoeden bestond dat dit voorschrift niet was nageleefd, wat van groot belang is voor de geldigheid van de behandeling van de zaak. De Hoge Raad vernietigde het bestreden arrest en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan. De uitspraak benadrukt het belang van het recht op verdediging en de noodzaak om de raadsman tijdig te informeren over zittingen.