ECLI:NL:HR:2012:BT6467
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- B.C. de Savornin Lohman
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot Oslo-confrontatie en getuigenverzoek in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 januari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte, geboren in 1996 en ten tijde van de aanzegging in cassatie gedetineerd in het Forensisch Behandelcentrum 'Amsterbaken' te Amsterdam, had beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoeken tot het houden van een Oslo-confrontatie en het oproepen van getuige [betrokkene 1]. De verdediging stelde dat de Oslo-confrontatie noodzakelijk was voor de waarheidsvinding, aangezien het slachtoffer de verdachte bij een eerdere foto-confrontatie niet had herkend. Het Hof had echter geoordeeld dat, gezien de eerdere confrontatie, er geen noodzaak was voor een Oslo-confrontatie en dat het verzoek om het horen van getuige [betrokkene 1] niet toereikend was gemotiveerd.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof de juiste maatstaf had aangelegd bij de beoordeling van de verzoeken. Het Hof had terecht vastgesteld dat de appelschriftuur niet tijdig was ingediend en dat er onvoldoende bewijs was dat deze was ontvangen door de rechtbank. De Hoge Raad concludeerde dat het Hof niet onjuist had geoordeeld en dat de afwijzing van de verzoeken voldoende gemotiveerd was. De Hoge Raad verwierp het beroep en bevestigde de beslissing van het Hof, waarbij werd benadrukt dat de verdediging eerder in de gelegenheid was geweest om vragen te stellen aan de getuige.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de noodzaakseis bij verzoeken tot het horen van getuigen en het uitvoeren van confrontaties in strafzaken, en bevestigt dat eerdere confrontaties invloed kunnen hebben op de beoordeling van nieuwe verzoeken.