ECLI:NL:HR:2012:BT6386
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- W.F. Groos
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Ontucht gepleegd door manueel therapeut met patiënt tijdens behandeling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 maart 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte, een manueel therapeut, was beschuldigd van ontucht met twee patiënten, [betrokkene 1] en [betrokkene 2]. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet op de juiste wijze de verklaring van de verdachte had weergegeven, wat leidde tot vernietiging van het bestreden arrest. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof voor herbehandeling.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de verdachte had in de periode van 1 april 2005 tot en met 24 februari 2006 handelingen verricht die als ontucht werden gekwalificeerd. Dit gebeurde tijdens behandelingen waarbij de patiënten zich in een kwetsbare positie bevonden. De verklaringen van de slachtoffers waren cruciaal voor de bewijsvoering. De verdachte had tijdens de behandelingen handelingen verricht die niet in overeenstemming waren met de professionele standaarden en de toestemming van de patiënten ontbrak.
De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van het arrest van het Hof, wat de Hoge Raad uiteindelijk heeft overgenomen. De Hoge Raad benadrukte dat de bewezenverklaring niet naar de eisen van de wet was onderbouwd, omdat de weergave van de verklaring van de verdachte niet correct was. Dit leidde tot de beslissing om de zaak terug te verwijzen naar het Gerechtshof, zodat deze opnieuw kon worden behandeld en afgedaan.