ECLI:NL:HR:2012:BS7974
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen ongegrondverklaring van klaagschrift inzake beslag op Volkswagen Passat
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 januari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen twee beschikkingen van de Rechtbank te Haarlem. De klager en klaagster, die een relatie hebben, hadden een klaagschrift ingediend op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, met het verzoek tot opheffing van het beslag op een Volkswagen Passat, kenteken [AA-00-BB], en teruggave van de auto, het kentekenbewijs en de autosleutels aan de klaagster. De Rechtbank had eerder het klaagschrift ongegrond verklaard, waarbij werd overwogen dat de auto rechtmatig in beslag was genomen en dat het enkele feit dat de auto op naam van de klaagster staat, niet voldoende was om aan te tonen dat de auto uitsluitend aan haar toebehoorde. De Hoge Raad heeft de bestreden beschikkingen van de Rechtbank bevestigd en het beroep verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank de juiste maatstaf had toegepast en dat het oordeel van de Rechtbank niet onbegrijpelijk was. De Hoge Raad benadrukte dat in gevallen van beslag, de rechter moet beoordelen of het belang van de strafvordering het voortduren van het beslag vordert. In dit geval was er onvoldoende bewijs dat de auto niet vatbaar was voor verbeurdverklaring, en de Hoge Raad concludeerde dat de Rechtbank terecht had geoordeeld dat het beslag moest voortduren.