ECLI:NL:HR:2012:BQ7243
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- D.G. van Vliet
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vennootschapsbelasting en fiscale eenheid met betrekking tot hybride leningen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 maart 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de vennootschapsbelasting en de toepassing van de fiscale eenheid. De belanghebbende, X B.V., had tegen de uitspraak van de Rechtbank te Haarlem beroep in cassatie ingesteld, nadat de Rechtbank de tegen de aanslagen in de vennootschapsbelasting voor de boekjaren 2001/2002 tot en met 2004/2005 ingestelde beroepen ongegrond had verklaard. De Hoge Raad oordeelde dat de fiscale eenheid, die tot stand was gekomen bij beschikking van 16 mei 2002, onderhevig was aan de standaardvoorwaarden zoals vastgelegd in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. De zaak draaide om de vraag of een hybride lening kon worden aangemerkt als 'een andere vorm van aanwending van vermogen' en of de voorwaarden voor verliescompensatie correct waren toegepast. De Hoge Raad concludeerde dat de hybride lening inderdaad onder de bepalingen van de Wet viel en dat de Rechtbank terecht had geoordeeld dat de rente op deze lening niet kon worden uitgesloten van de berekening van de 'aftrek elders belast'. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond, waarmee de uitspraak van de Rechtbank werd bekrachtigd.