Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 december 2011 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X, gevestigd te Z, tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank te Arnhem. De Rechtbank had op 22 juni 2010 uitspraak gedaan in de zaak met nummer AWB 09/2750, waarin belanghebbende verzet had aangetekend tegen een eerdere uitspraak betreffende een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting. Deze naheffingsaanslag was opgelegd voor het tijdvak van 25 januari 2009 tot en met 24 april 2009, en was vergezeld van een boetebeschikking. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 RO, wat betekent dat de Hoge Raad de zaak zonder inhoudelijke behandeling heeft afgedaan. Dit kan duiden op een formele grond voor afwijzing van het cassatieberoep, zoals bijvoorbeeld het niet voldoen aan de vereisten voor cassatie of het ontbreken van belang. De uitspraak van de Hoge Raad heeft daarmee de eerdere beslissing van de Rechtbank bevestigd, en de naheffingsaanslag en boetebeschikking blijven in stand. Deze uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in het bestuursrecht en belastingrecht, waar het gaat om de rechtsbescherming van belastingplichtigen tegen besluiten van de belastingautoriteiten.