ECLI:NL:HR:2011:BU8238
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Herstelbeleid en naheffingsaanslag BPM
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM). De naheffingsaanslag werd opgelegd na een controle waarbij bleek dat de auto van belanghebbende niet meer voldeed aan de eisen om als bestelauto te worden aangemerkt. Na bezwaar tegen de aanslag handhaafde de Inspecteur de naheffingsaanslag, waarna de Rechtbank te Breda het beroep ongegrond verklaarde. Belanghebbende ging in hoger beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Rechtbank bevestigde.
In cassatie heeft belanghebbende aangevoerd dat het Hof ten onrechte het beroep op het herstelbeleid van de Staatssecretaris van Financiën heeft verworpen. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof niet de bevoegdheid had om de innerlijke waarde of billijkheid van de Wet BPM te toetsen. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor verder onderzoek naar de toepassing van het herstelbeleid, met inachtneming van de voorwaarden die zijn gesteld in het Kaderbesluit bpm.
De Hoge Raad oordeelt dat er geen termen zijn voor een veroordeling in de proceskosten en gelast dat de Staat aan belanghebbende het griffierecht vergoedt. Dit arrest is vastgesteld door de vice-president en vier raadsheren, en is op 16 december 2011 in het openbaar uitgesproken.