ECLI:NL:HR:2011:BU6488

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/04870
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot vaststelling Nederlanderschap op de voet van art. 17 RWN

In deze zaak verzocht de verzoekster, wonende te [woonplaats], om cassatie tegen de beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 12 augustus 2010, waarin de rechtbank een verzoek tot vaststelling van het Nederlanderschap op de voet van artikel 17 van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN) had afgewezen. De Hoge Raad verwijst naar de beschikking van de rechtbank en het cassatierekest, dat aan de beschikking is gehecht. De Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de Immigratie- en Naturalisatiedienst, heeft verzocht het beroep te verwerpen. De Advocaat-Generaal L. Strikwerda heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de middelen van de verzoekster beoordeeld en geconcludeerd dat de aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de verzoekster verworpen, en deze beschikking is openbaar uitgesproken op 2 december 2011 door de raadsheer J.C. van Oven, met de raadsheren F.B. Bakels, W.D.H. Asser en C.E. Drion.

Uitspraak

2 december 2011
Eerste Kamer
10/04870
EV/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoekster],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.W. de Water,
t e g e n
DE STAAT DER NEDERLANDEN (Immigratie- en Naturalisatiedienst),
zetelende te 's-Gravenhage,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. M.M. van Asperen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoekster] en de Staat.
1. Het geding in feitelijke instantie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak 340288/HA RK 09-286 van de rechtbank 's-Gravenhage van 12 augustus 2010.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de rechtbank heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staat heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 2 december 2011.