ECLI:NL:HR:2011:BU4912

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/01237
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over cessantia-uitkering in Antillenzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 november 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een cessantia-uitkering. De verzoekster, woonachtig te [woonplaats], had beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De zaak had zijn oorsprong in een geschil dat was ontstaan in de feitelijke instanties, waarbij de beschikking van het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen op 10 juni 2009 en de beschikking van het hof op 18 december 2009 relevant waren. De Hoge Raad verwijst naar deze eerdere beschikkingen voor het verloop van het geding.

De advocaat van de verzoekster, mr. P. Garretsen, heeft het cassatierekest ingediend, terwijl de verweerder in cassatie, ANALYTISCH DIAGNOSTISCH CENTRUM N.V. (ADC), werd vertegenwoordigd door de advocaten mr. N.T. Dempsey en mr. A.M. van Aerde. De Advocaat-Generaal L. Timmerman heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO).

De Hoge Raad heeft het beroep van de verzoekster verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De raadsheren hebben in hun beoordeling vastgesteld dat de klachten in de middelen niet tot cassatie konden leiden en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

18 november 2011
Eerste Kamer
nr. 10/01237
EV/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoekster],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
ANALYTISCH DIAGNOSTISCH CENTRUM N.V.,
gevestigd te Willemstad, Curaçao,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. N.T. Dempsey en mr. A.M. van Aerde.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoekster] en ADC.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak onder E.J. nr. 64/2009 van het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten, van 10 juni 2009;
b. de beschikking in de zaak EJ-64/09-H-189/09 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 18 december 2009.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
ADC heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping met toepassing van art. 81 RO.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [verzoekster] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van ADC begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 18 november 2011.