ECLI:NL:HR:2011:BU4799
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslagen en vergrijpboete in inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende, X te Z, tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 27 juli 2010. De zaak betreft navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, alsook een boetebeschikking die aan belanghebbende is opgelegd over het jaar 2002. De Inspecteur had na bezwaar de navorderingsaanslagen en de boete verminderd, maar de Rechtbank te 's-Gravenhage verklaarde het beroep ongegrond. Belanghebbende ging in hoger beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Rechtbank vernietigde, de navorderingsaanslagen bevestigde, maar de boete vernietigde en verminderde. Hierop heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd, maar uitsluitend voor zover deze betrekking heeft op de boetebeschikking. De Hoge Raad verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing, met inachtneming van het arrest. Tevens heeft de Hoge Raad bepaald dat de Staat het griffierecht van € 110 aan belanghebbende vergoedt en de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 874 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof een belangrijke klacht van belanghebbende niet heeft behandeld, namelijk dat het niet aan opzet van belanghebbende te wijten is dat te weinig belasting is betaald. Dit gebrek in de uitspraak van het Hof leidt tot de vernietiging van de boetebeschikking. De overige klachten leiden niet tot cassatie, omdat zij geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling oproepen.