ECLI:NL:HR:2011:BU3351
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.G. Splinter-van Kan
- J.P. Balkema
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof te 's-Gravenhage inzake strafmaat
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 1 maart 2010 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1988 en wonende te [woonplaats], heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de opgelegde straf. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. J. Goudswaard en mr. I.A. van Straalen, heeft middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot een vermindering van de opgelegde straf, maar heeft het beroep voor het overige verworpen.
De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar enkel wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf. De straf is verminderd tot vier jaren en negen maanden. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen van de verdediging niet tot cassatie kunnen leiden, en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Tevens heeft de Hoge Raad ambtshalve de bestreden uitspraak beoordeeld. De verdachte bevindt zich in voorlopige hechtenis en de Hoge Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM, is overschreden. Dit heeft geleid tot de beslissing om de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van vijf jaren te verminderen.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad beslist dat, nu geen van de middelen tot cassatie kan leiden en er geen andere gronden zijn voor vernietiging, de uitspraak als volgt moet worden beslist.