ECLI:NL:HR:2011:BU2953
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen dwangbevel en verkoopverbod chocoladeproducten
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 december 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de Gemeente Amstelveen tegen de arresten van het gerechtshof te Amsterdam. De Gemeente had een last onder dwangsom opgelegd aan Martinez Chocolade B.V., waarin het verboden was om chocoladeproducten aan particulieren te verkopen in een gedeelte van haar fabriek/showroom. De Gemeente stelde dat Martinez zich niet aan deze last had gehouden en dat er dwangsommen verbeurd waren. Het hof had echter geoordeeld dat de overtredingen slechts op twee specifieke data waren geconstateerd en dat er geen dwangsommen verbeurd waren voor de periode daartussen.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof onvoldoende had gemotiveerd waarom het bewijsaanbod van de Gemeente, dat betrekking had op reclame-uitingen door Martinez, niet was meegenomen in de beoordeling. De Hoge Raad vernietigde de arresten van het hof en verwees de zaak terug naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens werd Martinez veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die op dat moment waren begroot op € 395,18 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.
Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de rechter bij het afwijzen van bewijsaanbiedingen en de noodzaak om alle relevante feiten en omstandigheden in de beoordeling te betrekken. De zaak illustreert ook de juridische complexiteit rondom dwangbevelen en de handhaving daarvan.