ECLI:NL:HR:2011:BU1281

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/02537
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen dwangbevel en last onder dwangsom in civiel recht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 december 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen UNITED STEVEDORES AMSTERDAM (USA) V.O.F. en DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Infrastructuur en Milieu). De zaak betreft een verzet tegen een dwangbevel en de last onder dwangsom. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken van de rechtbank 's-Gravenhage en het gerechtshof te 's-Gravenhage, waartegen USA beroep in cassatie heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Keus gevolgd, die strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat verdere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft USA veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 491,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.

Uitspraak

9 december 2011
Eerste Kamer
10/02537
TT/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
UNITED STEVEDORES AMSTERDAM (USA) V.O.F.,
gevestigd te Amsterdam,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. R.F. Thunnissen,
t e g e n
DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Infrastructuur en Milieu),
zetelende te 's-Gravenhage,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. M.W. Scheltema.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als USA en de Staat.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 294021 / HA ZA 07-2697 van de rechtbank 's-Gravenhage van 19 maart 2008;
b. het arrest in de zaak 200.007.319/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 2 maart 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft USA beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staat heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Keus strekt tot verwerping.
3. Beoordeling de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt USA in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Staat begroot op € 491,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 9 december 2011.