ECLI:NL:HR:2011:BU1263

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/00418
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot vaststelling van Nederlanderschap op basis van de Rijkswet op het Nederlanderschap

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 december 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek tot vaststelling van het Nederlanderschap van de verzoeker, die woonachtig is in Suriname. De verzoeker had eerder een beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage, die op 21 oktober 2010 was gegeven in de zaak met nummer 300077 / HA RK 07-1298. De Hoge Raad verwijst naar deze beschikking voor het verloop van het geding in feitelijke instantie.

De verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.J.W. de Water, heeft cassatie ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank. De Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.M. van Asperen, heeft verzocht het beroep te verwerpen. De Advocaat-Generaal L. Strikwerda heeft in zijn conclusie eveneens geadviseerd om het beroep te verwerpen.

De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van de verzoeker verworpen, waarmee de beschikking van de rechtbank in stand blijft. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.

Uitspraak

23 december 2011
Eerste Kamer
11/00418
TT/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats], Suriname,
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.W. de Water,
t e g e n
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
zetelende te 's-Gravenhage,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. M.M. van Asperen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] en de Staat.
1. Het geding in feitelijke instantie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak 300077 / HA RK 07-1298 van de rechtbank 's-Gravenhage van 21 oktober 2010.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de rechtbank heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staat heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 23 december 2011.