ECLI:NL:HR:2011:BT8820

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/00504
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de totstandkoming van een overeenkomst en wanprestatie in aandelenkoop

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 oktober 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Mijwo Beheer B.V. en de aandeelhouders van Venture Kapitaal Fonds II B.V. Mijwo, gevestigd te Vleuten, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Arnhem. Dit arrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Arnhem, waarbij de rechtbank op 18 juli 2007 en 9 juli 2008 beslissingen had genomen in de onderliggende zaak. De aandeelhouders hebben voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen en het arrest van het hof, die aan de uitspraak zijn gehecht.

De zaak draait om de vraag of er een overeenkomst tot stand is gekomen met betrekking tot de koop van aandelen en of er sprake is van wanprestatie. De advocaat van Mijwo, mr. B.T.M. van der Wiel, heeft de zaak toegelicht, bijgestaan door mr. M.M. Stolp en mr. Y.A. Wehrmeijer. De aandeelhouders werden vertegenwoordigd door hun advocaat mr. R.A.A. Duk, met ondersteuning van mr. M. Ynzonides en mr. M. Haentjens.

De conclusie van de Advocaat-Generaal, L. Timmerman, was dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten geen nadere motivering behoefden, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Aangezien het principale beroep faalde, kwam het voorwaardelijk incidentele beroep niet aan de orde. De Hoge Raad heeft Mijwo veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 385,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

21 oktober 2011
Eerste Kamer
10/00504
RM/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
MIJWO BEHEER B.V.,
gevestigd te Vleuten,
EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijk incidentele cassatieberoep,
advocaat: mr. B.T.M. van der Wiel,
t e g e n
1. [Verweerster 1],
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [Verweerster 2],
gevestigd te [vestigingsplaats],
3. VENTURE KAPITAAL FONDS II B.V.,
gevestigd te Groningen,
VERWEERSTERS in cassatie, eiseressen in het voorwaardelijk incidentele cassatieberoep,
advocaat: mr. R.A.A. Duk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Mijwo en de aandeelhouders.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 154950/HA ZA 07-692 van de rechtbank Arnhem van 18 juli 2007 en 9 juli 2008;
b. het arrest in de zaak 200.016.842 van het gerechtshof te Arnhem van 27 oktober 2009.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Mijwo beroep in cassatie ingesteld. De aandeelhouders hebben voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld.
De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor Mijwo toegelicht door haar advocaat, alsmede door mr. M.M. Stolp en mr. Y.A. Wehrmeijer, advocaten bij de Hoge Raad, en voor de aandeelhouders namens hun advocaat door mr. M. Ynzonides en mr. M. Haentjens, beiden advocaat te Amsterdam.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van het middel in het principale beroep
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Nu het middel in het principale beroep faalt, komt het voorwaardelijk ingestelde incidentele beroep niet aan de orde.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het principale beroep;
veroordeelt Mijwo in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de aandeelhouders begroot op € 385,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels, W.D.H. Asser en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 21 oktober 2011.