ECLI:NL:HR:2011:BT8741
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen in de inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen die aan belanghebbende zijn opgelegd over de jaren 1990 tot en met 1997, met een verhoging van honderd procent. Daarnaast zijn er navorderingsaanslagen en boeten opgelegd over de jaren 1998 tot en met 2000. De Inspecteur heeft de navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen gehandhaafd na bezwaar van belanghebbende. Het Gerechtshof te Amsterdam heeft de beroepen van belanghebbende gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur vernietigd en de navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen verminderd, waarbij gedeeltelijke kwijtschelding van verhogingen is verleend. Belanghebbende heeft cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd, specifiek wat betreft de verhogingen voor de jaren 1990 tot en met 1997 en de boeten voor de jaren 1998 tot en met 2000. De zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. De Hoge Raad heeft ook bepaald dat de Staat het griffierecht aan belanghebbende moet vergoeden en de Staatssecretaris van Financiën is veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende. De Hoge Raad benadrukt dat het verwijzingshof moet beoordelen of de Inspecteur het bewijs heeft geleverd voor de opgelegde boeten en of deze boeten passend zijn in de gegeven omstandigheden. Dit arrest is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 21 oktober 2011.