ECLI:NL:HR:2011:BT8534
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de rechtsgeldigheid van de ontbinding van een franchiseovereenkomst
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 december 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de rechtsgeldigheid van de ontbinding van een franchiseovereenkomst. De eiseres tot cassatie, D.G.W. Marketing Communicatie V.O.F., had eerder in de feitelijke instanties een rechtszaak aangespannen tegen Regiotrader Midden-Zeeland V.O.F. en andere verweerders. De rechtbank Middelburg had in twee vonnissen op 16 mei en 20 juni 2007 geoordeeld, waarna het gerechtshof te 's-Gravenhage op 25 augustus 2009 en 26 januari 2010 in hoger beroep beslissingen had genomen die door de Hoge Raad zijn bevestigd.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest de klachten van D.G.W. verworpen, waarbij werd opgemerkt dat de aangevoerde middelen niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten geen nadere motivering behoefden, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de eerdere uitspraken van de lagere rechters in stand blijven.
De Hoge Raad heeft D.G.W. bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Regiotrader op nihil zijn begroot. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven, en de zaak is daarmee afgesloten zonder dat de rechtsgeldigheid van de ontbinding van de franchiseovereenkomst in twijfel werd getrokken.