ECLI:NL:HR:2011:BT8529
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over uitvoering overeenkomst met betrekking tot koop aandelen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 december 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 10/01961. De zaak betreft een geschil over de uitvoering van een overeenkomst met betrekking tot de koop van aandelen, specifiek een 'back to back putovereenkomst'. De eiser, wonende te [woonplaats], heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 29 december 2009. Dit arrest is aan de Hoge Raad gehecht en vormt de basis voor de cassatieprocedure. De eiser werd aanvankelijk vertegenwoordigd door mr. J.P. Heering en mr. J. Brandt, terwijl de verweerder, wonende te België, werd bijgestaan door mr. S.M. Kingma. De advocaat van de eiser heeft afgezien van het geven van een schriftelijke toelichting, terwijl de verweerder zijn standpunt heeft toegelicht door zijn advocaat en mr. G.C. Nieuwland, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman was dat het cassatieberoep moest worden verworpen. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en het beroep verworpen. Tevens is de eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder zijn begroot op € 1.259,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat verdere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 RO, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.