ECLI:NL:HR:2011:BT8529

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/01961
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over uitvoering overeenkomst met betrekking tot koop aandelen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 december 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 10/01961. De zaak betreft een geschil over de uitvoering van een overeenkomst met betrekking tot de koop van aandelen, specifiek een 'back to back putovereenkomst'. De eiser, wonende te [woonplaats], heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 29 december 2009. Dit arrest is aan de Hoge Raad gehecht en vormt de basis voor de cassatieprocedure. De eiser werd aanvankelijk vertegenwoordigd door mr. J.P. Heering en mr. J. Brandt, terwijl de verweerder, wonende te België, werd bijgestaan door mr. S.M. Kingma. De advocaat van de eiser heeft afgezien van het geven van een schriftelijke toelichting, terwijl de verweerder zijn standpunt heeft toegelicht door zijn advocaat en mr. G.C. Nieuwland, advocaat bij de Hoge Raad.

De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman was dat het cassatieberoep moest worden verworpen. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en het beroep verworpen. Tevens is de eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder zijn begroot op € 1.259,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat verdere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 RO, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

23 december 2011
Eerste Kamer
10/01961
DV/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. J.P. Heering en mr. J. Brandt, thans mr. J.P. Heering,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats], België,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. S.M. Kingma.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de [eiser] en [verweerder].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 69765/HA ZA 05-667 van de rechtbank Roermond van 14 december 2005 en 5 april 2006;
b. het incidenteel arrest in de zaak met rolnummer C0600705/RO van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 7 augustus 2007.
b. het arrest in de zaak HD 103.003.613 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 29 december 2009.
Het laatstgenoemde arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof van 29 december 2009 heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld.
De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor [verweerder] toegelicht door zijn advocaat en mr. G.C. Nieuwland, advocaat bij de Hoge Raad. De advocaat van de [eiser] heeft afgezien van het geven van een schriftelijke toelichting.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 1.259,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 23 december 2011.