ECLI:NL:HR:2011:BT8467
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de opzegging van een bruikleenovereenkomst voor onbepaalde tijd en de toepassing van redelijkheid en billijkheid
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 december 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een bruikleenovereenkomst voor onbepaalde tijd. De eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. P.J.L.J. Duijsens, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. Dit arrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam, waarin de feiten van de zaak waren behandeld. De eiser heeft in cassatie aangevoerd dat de opzegging van de bruikleenovereenkomst niet in overeenstemming was met de redelijkheid en billijkheid, zoals vastgelegd in artikel 6:248 van het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten van de eiser niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoefden, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de eiser verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerders op nihil zijn begroot. Het arrest van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.