ECLI:NL:HR:2011:BT6824
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- A.R. Leemreis
- E.N. Punt
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Omzetbelasting en rechtszekerheidsbeginsel bij privégebruik van bedrijfsgoed
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 oktober 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een naheffingsaanslag in de omzetbelasting. De belanghebbende, een ondernemer, had over het tijdvak van 1 december 2007 tot en met 31 december 2007 een naheffingsaanslag ontvangen, die na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. De Rechtbank te 's-Gravenhage verklaarde het beroep ongegrond, waarna de belanghebbende hoger beroep instelde bij het Gerechtshof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank, waarop de belanghebbende cassatie aantekende.
De Hoge Raad oordeelde dat de invoering van een heffing voor het gebruik van een bedrijfsgoed voor privédoeleinden, waarbij eerder in aftrek gebrachte omzetbelasting wordt gecorrigeerd, niet in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel of met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM. De klachten van de belanghebbende, die stelden dat de naheffingsaanslag in strijd was met het rechtszekerheidsbeginsel, werden verworpen. De Hoge Raad stelde vast dat de wetgeving, die per 1 januari 2007 in werking trad, een belastbaar feit introduceerde voor het privégebruik van een tot het bedrijf behorend goed, waarvoor eerder recht op aftrek van omzetbelasting was ontstaan.
De Hoge Raad concludeerde dat de wetgever met de wijziging van de wet niet inbreuk heeft gemaakt op het rechtszekerheidsbeginsel, aangezien er geen gewettigd vertrouwen was gewekt dat de aftrek geheel in stand zou blijven. De belanghebbende had ervoor gekozen om de omzetbelasting in strijd met de toen geldende wetgeving in aftrek te brengen, wat niet in overeenstemming was met het gemeenschapsrecht. De beslissing van de Hoge Raad om het beroep in cassatie ongegrond te verklaren, bevestigt de rechtsgeldigheid van de naheffingsaanslag en de toepassing van de wetgeving met betrekking tot het privégebruik van bedrijfsgoederen.