ECLI:NL:HR:2011:BT6457
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Gegronde bewijsklacht witwassen met betrekking tot verborgen rechthebbendheid op voertuigen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 november 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1959, was beschuldigd van witwassen door het verhullen van de rechthebbendheid op twee voertuigen, waarvan hij wist dat deze afkomstig waren uit misdrijf. De zaak kwam voort uit een doorzoeking op 28 juni 2007, waarbij in de kofferbak van een Mercedes Benz een aanzienlijke hoeveelheid hennep werd aangetroffen. De verdachte had de voertuigen op naam van anderen laten registreren, wat leidde tot de beschuldiging van witwassen.
De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het Hof voor herbehandeling. Het Hof had vastgesteld dat de verdachte de voertuigen had verborgen en dat deze voertuigen, gezien de omstandigheden, afkomstig waren uit de hennephandel. De Hoge Raad oordeelde echter dat de motivering van de bewezenverklaring ontoereikend was. Het Hof had niet voldoende onderbouwd waarom de voertuigen als afkomstig uit misdrijf konden worden aangemerkt, gezien de verklaringen van betrokkenen en de omstandigheden rondom de registratie van de voertuigen.
De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, zodat deze opnieuw op het bestaande hoger beroep kon worden berecht en afgedaan. Dit arrest benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij bewezenverklaringen in strafzaken, vooral in gevallen van witwassen waar de herkomst van goederen cruciaal is voor de beoordeling van de zaak.