ECLI:NL:HR:2011:BT6448
Hoge Raad
Cassatie over de bewezenverklaring van het telen van hennepplanten en diefstal van elektriciteit
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 november 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk telen van hennepplanten en het wegnemen van elektriciteit in de periode van 24 april 2008 tot en met 27 mei 2008 te Bergen op Zoom. De bewezenverklaring was gebaseerd op verschillende bewijsmiddelen, waaronder ambtsedig proces-verbaal van de politie en verklaringen van de verdachte en getuigen. De verdachte had aangevoerd dat hij niet opzettelijk betrokken was bij de hennepkwekerij, omdat hij de woning had verhuurd aan derden die de kwekerij hadden opgezet. Het hof had echter geoordeeld dat de verdachte verantwoordelijk was voor de hennepkwekerij en de diefstal van elektriciteit, wat leidde tot de verwerping van zijn verweer. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring, voor zover deze betrekking had op het opzettelijk telen van hennepplanten en het wegnemen van elektriciteit, niet voldoende gemotiveerd was. De Hoge Raad vernietigde daarom de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor herbehandeling.