ECLI:NL:HR:2011:BT2704

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/02141
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om benoeming voogd in cassatie tegen beschikking van het gerechtshof

In deze zaak gaat het om een verzoek tot benoeming van een voogd, waarbij de Hoge Raad op 25 november 2011 uitspraak doet in cassatie. De verzoekers, beiden wonende op een geheim adres, hebben beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage. Deze beschikking was eerder gegeven op 16 februari 2011 en betrof een zaak die was behandeld door de rechtbank Rotterdam op 11 februari 2010. De Raad voor de Kinderbescherming, regio Rotterdam Rijnmond, was de verweerder in deze cassatieprocedure. De advocaat van de verzoekers was mr. K.T.B. Salomons, terwijl mr. J. van Duijvendijk-Brand de Raad vertegenwoordigde. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het beroep. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep en bevestigt daarmee de beschikking van het gerechtshof.

Uitspraak

25 november 2011
Eerste Kamer
11/02141
EV/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
1. [Verzoeker 1],
2. [Verzoekster 2],
beiden wonende op een geheim adres,
VERZOEKERS tot cassatie,
advocaat: mr. K.T.B. Salomons,
t e g e n
RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING, REGIO ROTTERDAM RIJNMOND,
gevestigd te Rotterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] c.s. en de Raad.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak 326499 / F2 RK 09-508 van de rechtbank Rotterdam van 11 februari 2010;
b. de beschikking in de zaak 200.066.151/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 16 februari 2011.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof hebben [verzoeker] c.s. beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Raad heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 25 november 2011.