ECLI:NL:HR:2011:BT2702
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Wijziging alimentatieovereenkomst en cassatieprocedure
In deze zaak gaat het om een verzoek tot wijziging van een alimentatieovereenkomst, ingediend door de man, die in cassatie is gegaan tegen een eerdere beschikking van het gerechtshof te Amsterdam. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.J.W. Alt, heeft beroep ingesteld tegen de beschikking van het hof, die op 20 april 2010 is gegeven. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. P. Garretsen, heeft verzocht het beroep te verwerpen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere beschikkingen van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof, die aan deze zaak ten grondslag liggen.
De Hoge Raad heeft de klachten van de man beoordeeld, maar oordeelt dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad stelt vast dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoeven, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de eerdere beslissingen van de lagere rechters in stand laat.
Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de man, wat betekent dat de beschikking van het hof blijft staan. De uitspraak is gedaan op 2 december 2011 en openbaar gemaakt door raadsheer J.C. van Oven. De beslissing van de Hoge Raad is daarmee definitief en de alimentatieovereenkomst blijft ongewijzigd.