2.2.1. Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep houdt het volgende in:
"De voorzitter deelt mede dat de getuige [getuige] niet is verschenen nu de advocaat-generaal op 25 juni 2010 de oproeping van deze getuige heeft ingetrokken naar aanleiding van de brief van cardioloog J.M. Hartog van 21 juni 2010 met medische informatie over haar en de mededeling dat het medisch gezien onverantwoord is haar deel te laten nemen aan een rechtszitting.
De raadsman voert het woord, zakelijk weergegeven:
Ik heb afgelopen vrijdag 25 juni 2010 pas het faxbericht van de advocaat-generaal ontvangen met daarin de mededeling dat de oproeping van de getuige [getuige] voor deze terechtzitting is ingetrokken. Hierbij heb ik geen medische informatie over deze getuige aangetroffen.
De voorzitter overhandigt de raadsman een kopie van de medische informatie van getuige [getuige] en geeft de raadsman de gelegenheid dit stuk te bestuderen.
De raadsman vervolgt, zakelijk weergegeven:
Ik heb hierover nog geen contact gehad met mijn cliënt omdat hij moeilijk te bereiken is en ik vrijdagmiddag elders zittingsverplichtingen had.
Ik wil graag de gelegenheid krijgen om met mijn cliënt te overleggen of hij het verzoek tot het horen van getuige [getuige] wenst te handhaven of niet. Ik heb namelijk wel begrip voor het op dit moment afzien van het horen van deze getuige gelet op de medische verklaring.
Ik mis echter wel in de medische informatie of deze getuige voor altijd ziek is. Ik vraag mij af of deze getuige niet op een ander moment kan worden gehoord.
Ook vraag ik mij af of getuige [getuige] wel juist is geïnformeerd over de zwaarte van een dergelijke zitting aangezien ik slechts enkele vragen aan haar wil stellen. Misschien kan deze getuige wel door de rechter-commissaris worden gehoord.
Als de zaken worden gesplitst, kunnen vandaag de feiten met betrekking tot de incidenten van 29 oktober 2008 worden afgedaan. De feiten van 1 juli 2008 kunnen dan worden aangehouden.
De advocaat-generaal merkt op dat voor de voortgang van het onderzoek ter terechtzitting het haar verstandig lijkt als de raadsman uitgaat van de meest verstrekkende vorm van het verzoek, namelijk het handhaven van het verzoek tot het horen van getuige [getuige].
De raadsman deelt mede dat hij zich hierin kan vinden en wijzigt zijn standpunt in zoverre dat hij het verzoek tot het horen van getuige [getuige] handhaaft. De raadsman verzoekt het hof hierover een beslissing te nemen.
De advocaat-generaal deelt mede, zakelijk weergegeven:
Naar mijn oordeel is de oproeping terecht ingetrokken vanwege de gezondheid en het welzijn van getuige [getuige]. Uit het dossier komt naar voren dat zij als gevolg van de incidenten van 1 juli 2008 zwaar is getroffen. Hierbij komt nu het bericht van de cardioloog Hartog. Het is algemeen bekend dat iemand niet snel beter wordt van hartfalen. Gelet hierop acht ik het onverantwoord haar te laten deelnemen aan de terechtzitting, ook bij de rechter-commissaris. De medische toestand van een getuige is een wettelijke weigeringsgrond om van het horen af te zien en daarom verzoek ik het hof dan ook om op die grond het verzoek tot het horen van deze getuige af te wijzen.
De voorzitter onderbreekt het onderzoek voor het houden van beraad.
De voorzitter hervat het onderzoek en deelt als beslissing van het hof mede dat de medische informatie voldoende duidelijk is en dat het hof het verzoek van de raadsman tot het horen van getuige [getuige] afwijst, nu de aard van de kwaal van deze getuige niet de verwachting rechtvaardigt dat haar medische situatie binnen afzienbare tijd zal verbeteren.
(...)
De raadsman voert het woord tot verdediging.
Voorafgaande aan zijn pleidooi heeft de raadsman als primaire standpunt nogmaals verzocht om aanhouding van de zaak teneinde getuige [getuige] te horen. De raadsman deelt hierbij onder meer mede dat hij bezwaren heeft tegen de conclusie van het hof dat iemand niet beter wordt van hartfalen. Tevens acht de raadsman het hof onvoldoende deskundig om tot een dergelijke conclusie te komen."