ECLI:NL:HR:2011:BT2572
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen de veroordeling voor het gebruik van openbaar vervoer zonder geldig vervoerbewijs
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 november 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte was veroordeeld voor het gebruik van openbaar vervoer zonder geldig vervoerbewijs op meerdere data in juni 2007. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte rekening had gehouden met ad informandum gevoegde feiten, die door de verdachte zouden zijn erkend. De verdachte had verklaard 'ik heb geen verklaring', wat volgens de Hoge Raad niet zonder meer begrijpelijk was. Hierdoor was de strafoplegging niet correct. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof, maar verwerpt het beroep voor het overige. De zaak wordt terugverwezen naar het Gerechtshof voor een nieuwe beoordeling van de strafoplegging, waarbij de Hoge Raad benadrukt dat niet tenlastegelegde feiten niet als strafverzwarend mogen worden meegenomen zonder dat de verdachte hiervan op de hoogte is gesteld.