ECLI:NL:HR:2011:BT2368
Hoge Raad
- Cassatie
- Hoge Raad der Nederlanden
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake de Militaire Ambtenarenwet
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 september 2011 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van X1 en X2 tegen een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. De Centrale Raad had op 12 november 2009 geoordeeld over een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van 27 maart 2008. De zaak betreft hoger beroepen van de belanghebbenden tegen uitspraken van de Rechtbank te Breda, waarbij de Centrale Raad zich onbevoegd had verklaard om kennis te nemen van de door hen ingestelde beroepen. Deze beroepen waren gericht op de toepassing van de Militaire Ambtenarenwet 1931 (MAW). De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de Hoge Raad niet ingaat op de inhoudelijke bezwaren van de appellanten. Dit heeft belangrijke implicaties voor de betrokken partijen, aangezien de eerdere uitspraken van de lagere rechters daarmee in stand blijven. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt de strikte voorwaarden waaronder cassatie kan worden ingesteld en de noodzaak voor appellanten om aan deze voorwaarden te voldoen.