ECLI:NL:HR:2011:BT2292
Hoge Raad
- Cassatie
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Fiscale transparantie van een Amerikaanse LLC in het Nederlandse belastingrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 september 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de fiscale behandeling van een Amerikaanse limited liability company (LLC) opgericht naar het recht van Ohio. De belanghebbende, X B.V., had een belang van 98 procent in de LLC verworven en stelde dat de LLC voor Nederlandse fiscale doeleinden als transparant moest worden aangemerkt. Dit zou betekenen dat de leden van de LLC aansprakelijk zijn voor de schulden en verplichtingen van de LLC, wat hen in staat zou stellen verliezen van de LLC ten laste van hun Nederlandse winst te brengen.
De Inspecteur van de Belastingdienst was van mening dat de LLC niet als transparant kon worden aangemerkt, omdat volgens de artikelen van de organisatie (operating agreement) de leden niet aansprakelijk waren voor de schulden van de LLC. De Rechtbank te Arnhem had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, en het Hof bevestigde deze uitspraak. De belanghebbende ging in cassatie bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad oordeelde dat de LLC volgens het vennootschapsrecht van Ohio zelf aansprakelijk is voor haar verliezen en schulden, en dat de bepalingen in de operating agreement niet afdoen aan deze aansprakelijkheid. De Hoge Raad concludeerde dat de LLC niet voor de Nederlandse belastingwetgeving als transparant kon worden aangemerkt, omdat de leden niet aansprakelijk zijn voor meer dan hun inleg. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond, en bevestigde daarmee de eerdere uitspraken van de lagere rechters.
De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de fiscale behandeling van buitenlandse vennootschappen in Nederland, vooral voor de vraag of dergelijke vennootschappen als transparant kunnen worden aangemerkt voor belastingdoeleinden. De beslissing benadrukt de noodzaak om de aansprakelijkheid van leden in buitenlandse rechtsvormen zorgvuldig te beoordelen in het licht van de Nederlandse belastingwetgeving.