ECLI:NL:HR:2011:BT1862

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/00428 H
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een eerder vonnis inzake overtreding van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 november 2011 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een eerder vonnis van de Kantonrechter in de Rechtbank te 's-Gravenhage. De aanvrager was eerder veroordeeld voor de overtreding van artikel 30 lid 4 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen, waarbij hij een geldboete van € 310,- kreeg opgelegd, subsidiair zes dagen hechtenis, en de inbeslaggenomen oranje minibike, type Dirtbike, werd verbeurd verklaard. De aanvrage tot herziening is ingediend door mr. H. Sytema, advocaat te 's-Gravenhage, namens de aanvrager, die in 1987 is geboren en woont in [woonplaats].

De aanvrage tot herziening berustte op de stelling dat de aanvrager reeds eerder was veroordeeld voor hetzelfde feit, wat volgens de Advocaat-Generaal een omstandigheid is als bedoeld in artikel 457, eerste lid aanhef en onder 2° van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad heeft de aanvrage gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere veroordeling niet in stand kan blijven. De Hoge Raad heeft tevens bevolen dat, voor zover nodig, de tenuitvoerlegging van het vonnis van de Kantonrechter wordt opgeschort of geschorst.

De zaak is vervolgens verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waar de zaak opnieuw zal worden behandeld en afgedaan conform artikel 467, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan door vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren W.A.M. van Schendel en W.F. Groos, in aanwezigheid van waarnemend griffier J.D.M. Hart.

Uitspraak

1 november 2011
Strafkamer
nr. 11/00428 H
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvrage tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de Kantonrechter in de Rechtbank te 's-Gravenhage van 26 oktober 2010, nummer 09/095124-09, ingediend door mr. H. Sytema, advocaat te 's-Gravenhage, namens:
[Aanvrager] geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987, wonende te [woonplaats].
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
De Kantonrechter heeft de aanvrager ter zake van "overtreding van het bepaalde in artikel 30 lid 4 Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen" veroordeeld tot een geldboete van € 310,-, subsidiair zes dagen hechtenis, met verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen oranje minibike, type Dirtbike.
2. De aanvrage tot herziening
2.1. De aanvrage tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2.2. De aanvrage berust op de stelling dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder 2°, Sv. De aanvrager voert daartoe aan dat hij reeds eerder is veroordeeld voor hetzelfde feit.
3. De conclusie van de Advocaat-Generaal
De Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvrage gegrond zal verklaren, voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van de in de aanvrage vermelde uitspraak zal bevelen en de zaak zal verwijzen naar een gerechtshof, opdat de zaak zal worden behandeld en afgedaan op de wijze als in art. 467, eerste lid, Sv is voorzien.
4. Beoordeling van de aanvrage
Op de door de Advocaat-Generaal in zijn conclusie genoemde gronden moet de door de aanvrager gestelde omstandigheid worden aangemerkt als een omstandigheid als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder 2°, Sv. De aanvrage is dus gegrond.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart de aanvrage tot herziening gegrond;
beveelt voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van voormeld vonnis van de Kantonrechter in de Rechtbank te 's-Gravenhage van 26 oktober 2010;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage opdat de zaak op de voet van art. 467, eerste lid, Sv opnieuw zal worden behandeld en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren W.A.M. van Schendel en W.F. Groos, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 1 november 2011.