ECLI:NL:HR:2011:BT1862
Hoge Raad
- Herziening
- F.H. Koster
- W.A.M. van Schendel
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Herziening van een eerder vonnis inzake overtreding van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 november 2011 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een eerder vonnis van de Kantonrechter in de Rechtbank te 's-Gravenhage. De aanvrager was eerder veroordeeld voor de overtreding van artikel 30 lid 4 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen, waarbij hij een geldboete van € 310,- kreeg opgelegd, subsidiair zes dagen hechtenis, en de inbeslaggenomen oranje minibike, type Dirtbike, werd verbeurd verklaard. De aanvrage tot herziening is ingediend door mr. H. Sytema, advocaat te 's-Gravenhage, namens de aanvrager, die in 1987 is geboren en woont in [woonplaats].
De aanvrage tot herziening berustte op de stelling dat de aanvrager reeds eerder was veroordeeld voor hetzelfde feit, wat volgens de Advocaat-Generaal een omstandigheid is als bedoeld in artikel 457, eerste lid aanhef en onder 2° van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad heeft de aanvrage gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere veroordeling niet in stand kan blijven. De Hoge Raad heeft tevens bevolen dat, voor zover nodig, de tenuitvoerlegging van het vonnis van de Kantonrechter wordt opgeschort of geschorst.
De zaak is vervolgens verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waar de zaak opnieuw zal worden behandeld en afgedaan conform artikel 467, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan door vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren W.A.M. van Schendel en W.F. Groos, in aanwezigheid van waarnemend griffier J.D.M. Hart.