ECLI:NL:HR:2011:BS8872
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- C.E. Drion
- G. Snijders
- Rechtspraak.nl
Cassatie over onteigening en schadeloosstelling in de Eendragtspolder
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep dat is ingesteld door [eiser] tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage, waarin de rechtbank onteigening heeft uitgesproken van bepaalde percelen in de Eendragtspolder. De rechtbank had eerder op 21 januari 2009 de onteigeningen vervroegd uitgesproken en de voorschotten op de schadeloosstelling vastgesteld. In een later vonnis van 31 maart 2010 werd de schadeloosstelling voor [eiser] vastgesteld op € 287.504,--, inclusief een samengestelde rente. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal R.L.H. IJzerman strekte tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van BBL zijn begroot op € 1.485,34. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van [eiser] niet tot cassatie leiden, en verwijst naar eerdere overwegingen in een vergelijkbare zaak met rolnummer 10/02543. De uitspraak is gedaan door de vice-president en vier raadsheren, en openbaar uitgesproken op 25 november 2011.