ECLI:NL:HR:2011:BS1741

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/01015 A
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid door verzuim in bewijsmiddelen in strafzaak tegen verdachte

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 oktober 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, gedateerd 11 februari 2010. De verdachte, geboren in 1957 en wonende te [woonplaats], had beroep in cassatie ingesteld via zijn advocaat mr. G. Spong. De Advocaat-Generaal Vegter had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden vonnis en verwezen naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba voor herbehandeling van de zaak.

De Hoge Raad oordeelde dat het bestreden vonnis in strijd was met artikel 402, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen (SvNA), omdat het vonnis niet de inhoud van de bewijsmiddelen bevatte. Dit verzuim leidt volgens artikel 402, zevende lid, SvNA tot nietigheid van het vonnis. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het Hof verzuimd had om de bewijsmiddelen in het vonnis op te nemen, wat essentieel is voor de rechtsgeldigheid van de uitspraak.

De Hoge Raad vernietigde daarom de bestreden uitspraak en verwees de zaak terug naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de BES-eilanden, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan. De beslissing van de Hoge Raad benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de bewijsvoering en de noodzaak om alle relevante informatie in vonnissen op te nemen, om zo de rechtszekerheid te waarborgen.

Uitspraak

25 oktober 2011
Strafkamer
nr. 10/01015 A
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 11 februari 2010, nummer H 141/09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1957, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot verwijzing van de zaak naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het eerste middel
2.1. Het middel klaagt dat het bestreden vonnis in strijd met art. 402, eerste lid, SvNA niet de inhoud der gebezigde bewijsmiddelen bevat.
2.2. Art. 402 SvNA luidt, voor zover hier van belang:
"1. Het vonnis bevat het tenlastegelegde alsmede de inhoud van de bewijsmiddelen, voor zover deze tot bewijs daarvan geldt.
(...)
7. Alles op straffe van nietigheid."
2.3. Onder de aan de Hoge Raad toegezonden stukken bevinden zich:
a. het bestreden vonnis van 11 februari 2010, dat onder "de bewijsmiddelen" inhoudt:
"Het Hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezene heeft begaan op feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring. De bewijsmiddelen zullen in geval van beroep in cassatie in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen."
b. een bijlage bevattende de bewijsmiddelen, vastgesteld en getekend op 21 april 2010, behorende bij voormeld vonnis.
2.4. Het Hof heeft verzuimd in het bestreden vonnis zelf de inhoud van de bewijsmiddelen op te nemen. Ingevolge art. 402, zevende lid, SvNA leidt dit verzuim tot nietigheid.
2.5. Het middel slaagt.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, de overige middelen geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
verwijst de zaak naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren W.F. Groos en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 25 oktober 2011.