ECLI:NL:HR:2011:BS1707

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/01661
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging schuldsaneringsregeling wegens niet-nakoming uit de regeling voortvloeiende plichten

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 september 2011 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [verzoeker] tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het cassatieberoep was ingesteld naar aanleiding van een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin de schuldsaneringsregeling van [verzoeker] was beëindigd wegens niet-nakoming van de uit de regeling voortvloeiende verplichtingen. De Hoge Raad verwijst naar de vonnissen van de rechtbank en het arrest van het hof, die aan deze uitspraak zijn gehecht. De Advocaat-Generaal J. Wuisman had in zijn conclusie tot verwerping van het cassatieberoep geadviseerd, waarop de advocaat van [verzoeker] heeft gereageerd. De Hoge Raad heeft de klachten die in de middelen zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de beslissing van het gerechtshof in stand blijft.

Uitspraak

30 september 2011
Eerste Kamer
Nr. 11/01661
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaten: mr. J.C. Meijroos en mr. A. Ramsoedh.
Verzoeker zal hierna ook worden aangeduid als [verzoeker].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak met het insolventienummer 08/325 R van de rechtbank Rotterdam van 30 juli 2008, 19 november 2010 en 4 januari 2011,
b. het arrest in de zaak 200.080.012/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 29 maart 2011.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [verzoeker] heeft bij brief van 11 augustus 2011 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer W.A.M. van Schendel op 30 september 2011.