3.5.2 De onderdelen IV.3-IV.3.3 richten zich tegen rov. 7-12 van het derde tussenarrest. Die overwegingen houden, samengevat, het volgende in.
ISG c.s. zijn toegelaten door getuigen te bewijzen dat, kort gezegd, Meropa en Fyffes reeds voor of omstreeks juni 1994 overeenstemming hebben bereikt over verkoop aan Fyffes van alle aandelen in H&F.
ISG c.s. wensen dat bewijs mede door bescheiden te leveren. (rov. 7). De bescheiden waarvan overlegging/inzage wordt gevorderd, worden door ISG c.s. omschreven als: "alle stukken van welke aard ook, inclusief maar niet beperkt tot alle tussen(adviseurs/vertegenwoordigers van) Meropa en (adviseurs/vertegenwoordigers van) Fyffes respectievelijk Fyffes B.V. gewisselde correspondentie (...) - al dan niet interne - memo's en rapporten, alle agenda's van bestuursvergaderingen, alle notulen van bestuurs- en/of aandeelhoudersvergaderingen van Meropa, Fyffes respectievelijk Fyffes B.V., dan wel andere bescheiden die betrekking hebben op, dan wel verband houden met of verwijzen naar de in de periode september 1992 tot en met juni 1994 gevoerde gesprekken, onderhandelingen en besluitvorming inzake de - voorgenomen - gehele of gedeeltelijke overname van (de aandelen in) H&F". (rov. 8). ISG c.s. gronden haar verzoek op art. 162 en 843a Rv. Meropa c.s. en Fyffes hebben het verzoek gemotiveerd bestreden. (rov.9).
Ad artikel 162 Rv. Zoals Fyffes terecht heeft aangevoerd, is dit artikel niet zonder meer van toepassing voorzover het Fyffes Plc, een Ierse in Ierland gevestigde vennootschap, betreft. Ook overigens bestaat geen aanleiding gebruik te maken van de bevoegdheid uit hoofde van de onderhavige bepaling. Nog afgezien van de omstandigheid dat de wettelijke bewaartermijn ten aanzien van de uit 1994 en de daaraan voorafgaande jaren daterende bescheiden waarop artikel 162 Rv. betrekking heeft, is verstreken, is er geen enkele aanwijzing dat die bescheiden melding maken van of verwijzen naar de door ISG c.s. gestelde afspraken over aankoop-in-beginsel van alle aandelen in H&F. Het komt ook uitermate onwaarschijnlijk voor dat, indien dergelijke afspraken al zouden zijn gemaakt, deze op enigerlei wijze hun neerslag in de boekhouding van Fyffes en/of Meropa hebben gevonden. (rov. 10).
Ad artikel 843a Rv. Aan een van de voorwaarden voor toewijzing van een op dit artikel gegrond verzoek, te weten dat het verzoek betrekking moet hebben op bepaalde, met name genoemde stukken, is niet voldaan.
De in rov. 8 weergegeven omschrijving door ISG c.s. van de stukken waarvan overlegging/inzage wordt verzocht is zo ruim en zo weinig specifiek, dat zij betrekking heeft op alle bescheiden uit de periode september 1992 tot en met juni 1994 waarover Meropa en Fyffes beschikken. Voorzover ISG c.s. alleen het oog hebben op stukken die betrekking hebben op de overname van alle of een deel van de aandelen in H&F - helemaal duidelijk wordt dat niet uit de omschrijving - is dat niet een voldoende specificatie van die stukken maar veeleer een aanwijzing dat het om een zogenaamde fishing expedition gaat. Daarmede komt het verzoek in strijd met artikel 843a Rv. omdat met de daarin opgenomen beperkingen juist wordt beoogd een dergelijke fishing expedition te voorkomen. ISG c.s. zelf geeft er ook blijk van te beseffen dat het niet om bepaalde, haar bekende, stukken gaat waar zij in de op het verzoek gegeven toelichting onder meer schrijft dat "overlegging/inzage van bescheiden (vrijwel) de enige mogelijkheid biedt om eventuele getuigenverklaringen op hun juistheid te verifiëren respectievelijk om de door ISG c.s. te bewijzen feiten en omstandigheden boven water te krijgen". (rov. 11).
Het verzoek gegrond op artikel 843a Rv. moet worden afgewezen. Daarbij wordt mede in aanmerking dat ter gelegenheid van het getuigenverhoor van [getuige 1] voor het hof op 20 oktober 2005 een afschrift van de gedeelten uit de notulen van de bestuursvergaderingen van Fyffes Plc, voorzover betrekking hebbende op de in 1994 gesloten transacties is overgelegd, voorzien van notariële verklaringen over de volledigheid van die gedeelten. (rov. 12).