ECLI:NL:HR:2011:BR6381

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/04260
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van de gemeentelijke verordening toeristenbelasting op Poolse uitzendkrachten in Woensdrecht

In deze zaak gaat het om een geschil over de aanslag in de toeristenbelasting die aan belanghebbende, X B.V., is opgelegd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht voor het jaar 2005. Na bezwaar tegen de aanslag heeft de heffingsambtenaar de aanslag verminderd. Vervolgens heeft de Rechtbank te Breda het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de uitspraak van de heffingsambtenaar, alsook de aanslag, vernietigd. Het college heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat de uitspraak van de Rechtbank heeft bevestigd. Het college heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het beroep in cassatie ongegrond is. De Hoge Raad oordeelt dat het middel niet kan leiden tot cassatie, omdat het geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht veroordeeld in de proceskosten, vastgesteld op € 437 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 9 december 2011.

De zaak betreft de toepassing van artikel 224 van de Gemeentewet en de vraag of de Poolse uitzendkrachten die in een voormalige kazerne zijn ondergebracht, kunnen worden aangemerkt als gasten in de zin van de gemeentelijke verordening toeristenbelasting. De Hoge Raad heeft in deze uitspraak bevestigd dat de betrokkenen niet onder de definitie van 'hotel' of 'pension' vallen zoals bedoeld in de verordening, en heeft daarmee de eerdere uitspraken van de lagere rechters bekrachtigd.

Uitspraak

Nr. 10/04260
9 december 2011
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht te Woensdrecht (hierna: het College) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 20 augustus 2010, nr. 09/00210, betreffende een aan X B.V. te Z (hierna: belanghebbende) opgelegde aanslag in de toeristenbelasting.
1. Het geding in feitelijke instanties
Aan belanghebbende is voor het jaar 2005 een aanslag in de toeristenbelasting van de gemeente Woensdrecht opgelegd, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de heffingsambtenaar van de gemeente Woensdrecht (hierna: de heffingsambtenaar) is verminderd.
De Rechtbank te Breda (nr. AWB 07/5114) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep gegrond verklaard en de uitspraak van de heffingsambtenaar alsmede de aanslag vernietigd.
De heffingsambtenaar heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Het College heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
De Advocaat-Generaal R.L.H. IJzerman heeft op 14 juli 2011 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep.
Het College heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten
Het College zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat de zaak met nummer 10/04266 met de onderhavige zaak samenhangt in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart het beroep in cassatie ongegrond, en
veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op de helft van € 874, derhalve € 437, voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.W. van den Berge als voorzitter, en de raadsheren J.W.M. Tijnagel en M.W.C. Feteris, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 9 december 2011.
Van de gemeente Woensdrecht wordt ter zake van het door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht ingestelde beroep in cassatie een griffierecht geheven van € 448.