2.2.3. Het Hof heeft onder meer het volgende overwogen:
"De medeverdachte [medeverdachte] is door het hof als rechtspersoon veroordeeld voor het plegen van computervredebreuk in een database van het ANP, die zich op de Artos-server van het ANP bevond.
Nu vaststaat dat het strafbare feit door de rechtspersoon is begaan, is voldaan aan de primaire voorwaarde voor strafbaarheid van de verdachte voor het feitelijk leidinggeven aan de verboden gedraging.
Voorts dient te worden vastgesteld of is voldaan aan de overige voorwaarden voor strafbaarheid van feitelijk leidinggeven aan de verboden gedraging.
Naar het oordeel van het hof was de verdachte bevoegd en redelijkerwijs gehouden om maatregelen te nemen ter voorkoming van de verboden gedraging. Uit het redactiestatuut van [medeverdachte], welk statuut mede is ondertekend door de verdachte, volgt immers dat de verdachte officieel is aangewezen als algemeen hoofdredacteur van [medeverdachte] (het hof begrijpt: B.V.). Voorts is gebleken dat de verdachte ook feitelijk de touwtjes in handen had op de redactie van [medeverdachte]. De verdachte heeft tijdens zijn verhoor bij de politie op 13 juni 2006 verklaard dat hij leidinggevende was op de redactie en dat hij mensen aanstuurde.
Op 24 juni 2009 heeft [betrokkene 2] als getuige bij de raadsheer-commissaris verklaard dat hij met de verdachte de werkwijze in journalistieke zin en technische zaken besprak en dat hij alleen met de verdachte te maken had, niet met de directie.
Voorts is uit het dossier en het verhandelde ter zitting in hoger beroep niet gebleken dat de verdachte maatregelen heeft genomen om het door individuele redacteuren van de (binnenland)redactie onbevoegd inloggen op de website [het ANP] te voorkomen. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat de verdachte ter zitting in hoger beroep van 22 september 2009 heeft verklaard dat de redactie van [medeverdachte] was gegroeid tot ongeveer 60 tot 70 redacteuren en dat hij niet controleerde welke websites de redacteuren open hadden staan op hun computer. De verdachte heeft bovendien verklaard dat hij zich in die tijd ervan bewust was dat de redactie in die tijd te groot was geworden om te controleren.
Naar het oordeel van het hof is voorts gebleken dat de verdachte opzet had op de verboden gedraging.
Het hof gaat daarbij van het volgende uit.
[Betrokkene 2] heeft op 12 mei 2006 bij de politie verklaard dat hij gedurende de onder 2 tenlastegelegde periode bij [medeverdachte] heeft gewerkt en dat hij de inlogcodes van het ANP heeft gebruikt om op de website van [het ANP] in te loggen. [Betrokkene 2] heeft verklaard dat hij die codes had meegenomen van zijn oude werkgevers RTV Utrecht en Sky Radio. Die inlogcodes van het ANP zaten op een papiertje op het beeldscherm in de cockpit van [medeverdachte] geplakt en waren daarmee zichtbaar voor alle redacteuren/gebruikers van die cockpit. [Betrokkene 2] heeft verklaard dat hij niet de enige was die de codes gebruikte en dat de lijn dag en nacht open stond.
Tijdens zijn verhoor als getuige bij de raadsheer-commissaris op 24 juni 2009 heeft [betrokkene 2] verklaard dat de verdachte zijn hoofdredacteur was en dat op de nieuwsredactie - waar [betrokkene 2] op dat moment werkzaam was - gebruik werd gemaakt van de ANP nieuwsdienst. Deze bron werd als extra check gebruikt. [Betrokkene 2] heeft tevens verklaard dat er geen controle was op de duur waarmee de browser van [het ANP] nieuwsdienst open stond. Voorts heeft [betrokkene 2] verklaard dat hij met de verdachte de werkwijze in journalistieke zin en technische zaken besprak en dat hij alleen met de verdachte te maken had.
[Getuige 4] heeft op 19 juni 2009 bij de raadsheer-commissaris verklaard dat hij medio 2004 de rechterhand van de verdachte was geworden op de redactie van [medeverdachte]. Volgens [getuige 4] werd de ANP-nieuwsbron veel geraadpleegd op de redactie, hetgeen met behulp van een inlogcode gebeurde. De inlogcode die [getuige 4] voor de ANP-server gebruikte had hij van [betrokkene 2] gekregen. [Getuige 4] wist dat [betrokkene 2] had gewerkt bij RTV-Utrecht of daar nog werkzaam was. [Getuige 4] ging er dan ook vanuit dat die code daar vandaan kwam. [Getuige 4] heeft voorts verklaard dat de verdachte zijn baas was en dat hij nauw met hem heeft samengewerkt. Tot slot heeft [getuige 4] verklaard dat het op de redactie vanzelfsprekend was dat er gebruik werd gemaakt van de ANP-server. De redactieleiding heeft met betrekking daartoe in de onder 2 subsidiair bewezen verklaarde periode lange tijd niet ingegrepen.
Het hof concludeert uit de voorgaande verklaringen van [betrokkene 2] en [getuige 4], dat de verdachte betrokken was bij de journalistieke werkwijze van de redactie, waaronder het inloggen op de website van het ANP moet worden gerekend.
Voorts heeft de verdachte ter zitting in hoger beroep van 22 september 2009 verklaard dat [medeverdachte] in de onder 2 tenlastegelegde periode nooit voor het gebruik van de ANP-feed heeft betaald en dat door de binnenlandredactie werd ingelogd op de ANP-feed. De verdachte heeft verklaard dat hij zich er in die tijd van bewust was dat de redactie te groot was geworden om te controleren.
Het hof is van oordeel dat uit het voorgaande volgt dat de verdachte als hoofdredacteur bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat door de individuele redacteuren werd ingelogd op de ANP-nieuwsserver door middel van onbevoegd gebruik van de inlogcode(s) die door [betrokkene 2] beschikbaar was/waren gesteld."