ECLI:NL:HR:2011:BR5223
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Werkgeversaansprakelijkheid bij letsel werknemer door geweldsdelict in TBS-instelling
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de Stichting Forensisch Psychiatrisch Instituut "De Rooyse Wissel" voor letsel dat een werknemer, [verweerder], heeft opgelopen tijdens zijn werkzaamheden in een TBS-instelling. Op 10 maart 2003 werd [verweerder], die als socio-therapeut werkte, door een TBS-patiënt aangevallen en liep hij ernstig letsel op. Hij werd per 13 september 2004 volledig arbeidsongeschikt verklaard en vorderde schadevergoeding van zijn werkgever, primair op basis van artikel 7:658 BW en subsidiair op basis van artikel 7:611 BW. De kantonrechter wees de vorderingen af, oordelend dat De Rooyse Wissel niet tekort was geschoten in haar zorgplicht.
In hoger beroep oordeelde het hof dat De Rooyse Wissel aan haar zorgplicht had voldaan, maar de Hoge Raad vernietigde dit oordeel. De Hoge Raad benadrukte dat de werkgever in een TBS-instelling hoge eisen moet stellen aan de veiligheid van de werkomstandigheden, vooral gezien het structurele gevaar van geweldsdelicten door TBS-patiënten. De Hoge Raad oordeelde dat De Rooyse Wissel niet had aangetoond dat zij voldoende maatregelen had genomen om de werknemer te beschermen tegen de inherente risico's van zijn werkzaamheden. De Hoge Raad verwees de zaak terug naar het gerechtshof voor verdere behandeling, waarbij de hoogte van de schadevergoeding nog moet worden vastgesteld.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van werkgevers in risicovolle sectoren en de noodzaak om adequate veiligheidsmaatregelen te treffen. De Hoge Raad bevestigde dat de zorgplicht van de werkgever niet alleen een wettelijke verplichting is, maar ook een morele verantwoordelijkheid om werknemers te beschermen tegen ongevallen die voortvloeien uit hun werkzaamheden.