ECLI:NL:HR:2011:BR5213

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/03208
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over arbeidsongeschiktheidsverzekering en uitleg polisvoorwaarden

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 oktober 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Eiser, vertegenwoordigd door mr. M.P. de Witte, heeft cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 11 mei 2010 was gewezen. De zaak betreft de uitleg van de polisvoorwaarden van de arbeidsongeschiktheidsverzekering van Achmea Schadeverzekeringen N.V., voorheen N.V. Interpolis Schade. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Breda en het arrest van het hof, die de basis vormden voor het cassatieberoep.

De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier gevolgd, die had geadviseerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot verwijzing. Echter, de Hoge Raad heeft het beroep van eiser verworpen, waarbij de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

In de beslissing heeft de Hoge Raad eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 1.381,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven, en de zaak is behandeld door een collegiaal orgaan van de Hoge Raad, onder leiding van vice-president E.J. Numann.

Uitspraak

21 oktober 2011
Eerste Kamer
10/03208
RM/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. M.P. de Witte,
t e g e n
ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V., voorheen N.V. Interpolis Schade,
gevestigd te Tilburg,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Interpolis.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 173173/HA ZA 07-596 van de rechtbank Breda van 11 juli 2007 en 16 april 2008;
b. het arrest in de zaak HD 200.008.238 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 11 mei 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Interpolis heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot vernietiging van het bestreden arrest en tot verwijzing.
De advocaat van Interpolis heeft bij brief van 16 september 2011 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Interpolis begroot op € 1.381,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, F.B. Bakels, W.D.H. Asser en C.E. Drion en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 21 oktober 2011.